
Dit is de piëta van Michelangelo. Uit 1499, toen was hij nog maar 24 jaar oud.
Piëta betekent ‘compassie’ of ‘piëteit’ en is in de kunst de benaming voor een uitbeelding van de dode Jezus, de Christus, vergezeld door zijn moeder Maria en dikwijls engelen. Wanneer je hiernaar kijkt, zie je een verrassend jonge Maria, een meisje haast, waarom deed Michelangelo dit?
Hoe jong was Maria werkelijk?
Toen Maria Jezus baarde was ze nog vrij jong, ten hoogste 20 jaar. Aangenomen wordt dat Jezus op ongeveer 33-jarige leeftijd werd geëxecuteerd. Als we aannemen dat Maria ongeveer 18 jaar oud was toen ze Jezus baarde, zou ze ongeveer 51 jaar oud zijn geweest op het moment van zijn overlijden. Dit is natuurlijk een (realistische) schatting.
Michelangelo Buonarroti, één van de grootste kunstenaars van de Renaissance, creëerde dit meesterwerk tussen 1498 en 1499. De opdracht voor dit marmeren beeld kwam van de Franse kardinaal Jean Bilhères de Lagraula.
Korte uitleg: ‘waarom Maria toch zo jong?’
Was Maria nog vrij jong toen Jezus werd geëxecuteerd door de Romeinen in opdracht van de Joodse geestelijkheid in die tijd? Nee, zeker niet. Waarom werd ze dan zo jong afgebeeld?
Dit werd gedaan om het dogma van de katholieke Kerk uit te dragen, namelijk dat Maria de ‘Eeuwige Maagd’ zou zijn. Zowel in de Katholieke als in de Orthodox christelijke kerk wordt Maria vereerd als de ‘Moeder van God’ en kreeg daarom ook de titel ‘eeuwige maagd’. Dus Michelangelo conformeerde zich kennelijk met die gedachtegang van de Rooms Katholieke Kerk. Hij was trouwens niet de eerste kunstenaar die Maria als jonge vrouw afbeeldde, maar Michelangelo koos in zijn piëta voor wel een extreem jeugdige voorstelling. Maria lijkt hier bijna een tienermeisje, dat was heel opvallend en dat genereerde ook in zijn tijd al veel aandacht en discussie.
In hoeverre het terecht was dat de genoemde leerstellingen of dogma’s werden aangenomen en Maria dus zo jong moest worden uitgebeeld, wordt in het hier onderstaande gedeelte besproken.
Langere uitleg: ‘waarom Maria toch zo jong?’
Michelangelo was een vernieuwer die de traditionele beeldhouwkunst op zijn kop zette. Zijn Pieta is een schoolvoorbeeld van zijn vermogen om emotie en schoonheid te verenigen op een manier die de kijker diep raakt. Het is daarom heel goed mogelijk dat hij bewust koos voor een heel jonge Maria om een sterker contrast te creëren tussen haar vermeende schoonheid en het lijden van Jezus, en om de emotie van het beeld zo nog wat extra te kunnen versterken.
Symboliek
Het afbeelden van Maria als een jonge vrouw kan ook een symbolische betekenis hebben. In de kunstgeschiedenis wordt jeugd vaak geassocieerd met zuiverheid en onschuld. Door Maria zo jong af te beelden, benadrukte Michelangelo mogelijk haar maagdelijkheid, zuiverheid, onschuld en haar rol als de ‘Moeder Gods.
Behorend bij de opdracht?
Het is echter ook denkbaar dat de opdrachtgever, kardinaal Jean Bilhères de Lagraula, enige invloed heeft gehad op de uiteindelijke vorm van het beeld. Mogelijk heeft hij specifieke wensen uitgesproken over de voorstelling van Maria.
Het kan echter ook zijn dat hij Michelangelo een zekere vrijheid heeft gelaten om zijn eigen interpretatie eraan te geven. Jammer genoeg is dit niet bekend en tasten we hierover in het duister.
Stukje geschiedenis
Volgens de Schrift was Maria nog een jonge vrouw (wellicht tussen de 16 en 20 jaar) toen ze van de engel Gabriel te horen kreeg dat ze bezwangerd zou worden met Gods heilige Geest en dat zij haar kind, een jongetje, Jezus moest gaan noemen. De naam Jezus is de Griekse vorm van het Hebreeuwse ‘Jehoshua’ of ‘Joshua’, wat ‘Jahweh of Jehovah redt’ betekent. ‘Jehovah’ en ‘Jahweh’ zijn enkele van de uitspraken van de Hebreeuwse naam van God. Dus de naam Jezus betekent eigenlijk dat ‘God redt’, het is een naam vol hoop en verlossing.
Jezus, een bijzonder kind
Maria was, zoals eeuwen ervoor al werd geprofeteerd, nog maagd toen zij door middel van de Heilige Geest zwanger werd van Jezus, een volmaakt mannelijk kind. Jezus was namelijk de tegenhanger van de volmaakte Adam, die jammerlijk zondigde tegen de almachtige God en Schepper. (Zo staat er geschreven:
‘De eerste mens, Adam, werd een levend wezen.’
De laatste Adam werd een levengevende geest’-1Kor. 15:45)
Geboren om gedood te worden, als slachtoffer
Daarom kreeg hij de naam Jezus, omdat hij verlossing zou brengen, de mensheid zou gaan redden van de erfzonde. Deze erfzonde was een ‘cadeautje’ van Adam en Eva voor hun nakomelingen. Onze eerste voorouders kregen namelijk hun eerste kind pas nadat zij zondigden, uit de Hof van Eden werden geplaatst, hun volmaaktheid en het eeuwige leven verloren. Die onvolmaaktheid gaven ze genetisch door aan hun kinderen en zo aan de gehele toekomstige mensheid.
Het begin van de ellende
Toen Adam werd geschapen keek God en zei dat het ‘goed’ was, helaas kon God dat niet meer zeggen over Adams’ nageslacht, die waren onvolmaakt en dus niet meer ‘goed’ in Gods’ ogen. Geen enkel mens zou deze fout nog kunnen herstellen, never en nooit niet. Daarom moest God hier zelf in voorzien en stuurde zijn zoon. Deze moest ter wereld komen om het door Adam verstoorde evenwicht te herstellen. Een volmaakte zondaar tegenover een volmaakte man die onder beproevingen niet-zondigde. Vandaar dat deze nieuwe Adam ‘Jehovah redt’, dat is Jehoshua of zoals wij het uitspreken ‘Jezus’ moest heten, want alleen God zelf kon dit bewerkstelligen.
Hoe God zich hierbij voelde werd uitgebeeld door de ervaring van Abraham, die zijn zoon Isaak ‘moest’ offeren (Genesis hoofdstuk 20).

Het offer van Abraham, Rembrandt (Wikipedia)
We hebben hierboven berekend dat Maria ongeveer een vijftiger moet zijn geweest, toen Jezus ter dood werd gebracht. De vraag is vervolgens, zou Maria na de geboorte van Jezus, haar eerstgeborene, voor de rest van haar leven ‘maagd’ zijn gebleven, of voldeed zij aan haar huwelijkse verplichtingen ten aanzien van haar echtgenoot Jozef? Behalve de vraag of je na een bevalling überhaupt nog kunt spreken van maagdelijkheid in de strikte zin van het woord, is er dus ook nog de vraag of Maria nog meer kinderen heeft gebaard. Is hier iets over bekend?
Maria was geen ‘eeuwige’ maagd
Volgens het Nieuwe Testament had Maria na Jezus geboorte ook nog andere kinderen gebaard, waarvan Jozef wel de vader was. In de Evangeliën van Mattheüs en Marcus wordt gesproken over “broers en zussen” van Jezus, dit waren dus halfbroers en halfzussen. De namen van sommige van deze jongere ‘broers’ worden zelfs in de Bijbel genoemd, zoals Jakobus, Joses, Simon en Judas (niet de apostel Judas, de verrader), van zijn halfzussen is verder niets bekend.
In het Nieuwe Testament zijn er dus enkele verwijzingen die op z’n zachtst gezegd doen vermoeden dat Maria na de geboorte van Jezus nog meer kinderen heeft gehad, maar dan van Jozef, haar wettelijke echtgenoot. Deze verwijzingen worden vaak aangehaald om dit te ondersteunen:
*Mattheüs 13:55-56: “Is dit niet de timmerman, de zoon van Maria? En zijn broers zijn Jakobus, Jozef, Simon en Judas? En zijn zusters, hoe zij zijn hier bij ons?”
In deze passage worden de “broers” en “zusters” van Jezus genoemd, wat vaak geïnterpreteerd wordt als aanwijzingen dat Maria andere kinderen heeft gehad.
*Markus 6:3: “Is Hij niet de timmerman, de zoon van Maria, de broer van Jakobus en Jozef en van Judas en Simon? En zijn zusters zijn hier bij ons?”
Deze passage herhaalt het bovenstaande en maakt ook melding van de broers en zusters van Jezus.
*Galaten 1:19: “Maar ik zag niemand anders van de apostelen, alleen Jakobus, de broer van de Heer.”
Deze verwijzing naar Jakobus als de “broer van de Heer” kan ook geïnterpreteerd worden als ondersteuning voor het idee dat Maria meerdere kinderen had.
* Judas 1:1: “Judas, een dienaar van Jezus Christus en een broer van Jakobus”
In de brief van Judas, die een van de afzonderlijke brieven in het Nieuwe Testament is, wordt hij geïdentificeerd als de broer van Jezus. De meeste bijbelgeleerden zijn het er dan ook over eens dat deze Jakobus de broer van Jezus was, wat betekent dat Judas ook een broer van Jezus zou zijn.
Wat was Maria’s status bij de eerste christenen?
In de eerste christelijke gemeenten had Maria zover bekend geen bijzondere positie. Zij werd als een geestelijke zuster beschouwd en was bij verschillende bijeenkomsten aanwezig, zoals met Pinksteren in de bovenzaal
Handelingen 1:14 zegt: “Ze hielden eensgezind aan in gebed, samen met een aantal vrouwen en met Maria, de moeder van Jezus, en zijn broers.”
Hier wordt niet alleen de aanwezigheid van Maria benadrukt, maar vermeldt ook dat ze samen met de andere volgelingen van Jezus waaronder zijn (half)broers baden en wachtten op de belofte van de Heilige Geest. Dit moment markeert de voorbereiding voor de komst van de Heilige Geest, wat op Pinksteren gebeurt, zoals beschreven in Handelingen hoofdstuk 2.
Samenvattend:
Het Nieuwe Testament vermeldt dat Maria meerdere kinderen had, maar het exacte aantal en verdere details variëren afhankelijk van de interpretatie en de traditie. We zien ook dat Maria geen bijzondere positie binnen de eerste gemeente had, maar gewoon onderdeel uitmaakte van de groep christelijke broeders en zusters. Na Handelingen 1:14 wordt Maria niet meer specifiek genoemd in de vervolgverhalen van de Handelingen der Apostelen of in de brieven van het Nieuwe Testament.
Er zijn daarnaast geen directe verwijzingen naar een bijzondere rol die zij zou hebben vervuld binnen de eerste gemeenten na het Pinksterfeest. Zij had dus zeker geen leidende rol en werd absoluut ook niet vereerd. Verering van een mens zou binnen de christelijke gemeente een absurd idee zijn, denkend aan de eerste geboden van de wetten van Mozes. Sterker nog, zelfs Jezus gebood dat God, zijn Vader aanbeden moest worden en dat hij ‘slechts’ de enige bemiddelaar was. Bemiddeling door wie anders dan ook, zelfs niet via Maria, is onmogelijk en aanbidding is dus exclusief voor God, zijn Vader.
Wanneer ontstond dan de Mariaverering?
Vanaf 431 na Chr. , toen de kerk officieel verklaarde dat Maria de moeder van God genoemd mocht worden, is de verering begonnen.
In de 5de eeuw (431 ) werd in Efeze (Griekenland) het derde oecumenische concilie gehouden. De Rooms Katholieke Kerk bestond toen nog maar net, geformeerd onder leiding van keizer Constantijn de Grote. Onder zijn heerschappij werden de vele verschillende, met elkaar in conflict zijnde christelijke gemeenten verenigd in wat je zou kunnen noemen de staats kerk, de Roomse Algemene (Katholieke) Kerk. Allerlei conflictsituaties moesten geleidelijk aan worden opgelost, waaronder die van de Mariaverering. Tijdens dit 3de concilie behandelde men de kwestie of Maria de moeder van God genoemd mag worden.
Efeze
Belangrijk detail waarom dit in Efeze werd gedaan en wat de gebruiken aldaar waren:
Efeze kende al lange tijd de (heidense) verering van een moedergodin, Artemis. De christen in Efeze wilden deze traditie overhevelen naar een verering van Maria, die dan ook als de moeder van god zou kunnen worden vereerd. Voorafgaand werd tijdens het concilie in Nicea in 325 (ook onder leiding van Keizer Constantijn de Grote) het dogma dat Jezus Christus God is en dat de Vader en de Zoon één zijn in de Godheid, aangenomen. Dit ging niet geheel zonder slag of stoot, want hierover bestond heel grote onenigheid.
Dit bleek een cruciaal moment te zijn in de geschiedenis van de christenheid, niet te verwarren met het christendom. Doordat nu binnen de Rooms Katholieke Kerk werd aangenomen dat gelovigen binnen die kerk moesten belijden dat Jezus God is en de Vader en de Zoon één en dezelfde, werd de weg vrijgemaakt om Maria de Moeder van God te kunnen betitelen. De volgende stap om haar dan ook te mogen vereren bleek vrij logisch en eenvoudig.
In Efeze werd dit als zeer belangrijk gezien, want dan zou een eeuwenoude traditie binnen de kerk worden opgenomen en zouden velen in Efeze en daarbuiten gemakkelijker tot het ‘christen’ kon worden bekeerd. Dat hiermee en andere aangenomen dogma’s het woord ‘christen’ en volledig andere betekenis kreeg dan dat het oorspronkelijk was, werd vooruitgang genoemd….
Tijdens het concilie hielden de burgers van Efeze van zonsopgang tot zonsondergang de wacht bij de kerk. Toen zij hoorden dat Maria ‘Moeder Gods’ genoemd mocht worden, schreeuwden zij van vreugde. Ze hielden daarna optochten met wierook en fakkels. De Rooms-Katholieke kerk herdenkt de verklaring van Efeze op het Mariafeest, dat jaarlijks op 1 januari wordt gevierd, in aansluiting op het feest van de geboorte van de Heer. Het is het oudste Mariafeest. De verering van Maria ontwikkelde zich dus vooral sinds de 5de eeuw en bereikte een hoogtepunt in de late middeleeuwen.
Zowel de verering van Maria als het dogma van de Drie-eenheid (De Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn drie onderscheiden Personen, maar één wezen of essentie) hebben in de loop van de geschiedenis aanzienlijke controverse en tegenstand gekend.
Mariaverering
Verschillende Visies: De verering van Maria is in de vroege kerk en later niet overal eenparig aanvaard. Terwijl sommige Christusgeoriënteerde tradities Maria als een centrale figuur beschouwen — vooral in de Rooms-Katholieke en Orthodoxe kerken — beschouwen andere christelijke tradities haar meer als een historische figuur zonder dezelfde liturgische of dogmatische status.
Het dogma’s over Maria: De specificaties van dogma’s zoals de Onbevlekte Ontvankelijkheid (de leer dat Maria zonder zonde werd ontvangen) en de Tenhemelopneming (de leer dat Maria als geheel lichaam en ziel naar de hemel werd opgenomen) werden pas in de 19de en 20ste eeuw officieel dogmatisch vastgesteld door de Rooms-Katholieke Kerk. Deze dogma’s waren niet zonder controverse en vonden niet altijd steun bij de bredere christelijke gemeenschap.

Drie-eenheid
Het dogma van de Drie-eenheid, dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest één God zijn in drie Personen, kende ook veel tegenstand sinds de vroege kerk. Er waren verschillende opvattingen en bewegingen, zoals het Arianisme, die deze leerstellingen met hand en tand betwistten. De strijd tussen orthodoxe en heterodoxe opvattingen leidde tot langdurige theologische debatten en conflicten.
Latere Uitdagingen: In de daaropvolgende eeuwen bleven er diverse christelijke groepen bestaan die alternatieve visies op de Godheid en de verhouding tussen de Personen binnen de Drie-eenheid aanhielden, zoals de Socinianen en verschillende sekten die na de Reformatie opkwamen. Zelfs in de moderne tijd zijn er groepen die de traditionele leerstellingen tegenspreken en als van oorsprong heidens bestempelen.
Conclusie
Zowel de verering van Maria als de leer van de Drie-eenheid werden en worden nog steeds niet altijd uniform aanvaard, en zijn onderwerpen geweest van theologische en praktische discussie binnen de diverse Christelijke kerken. De geschiedenis van het christendomheid is er een van voortdurende dialoog, interpretatie en soms ook conflict over de basisprincipes van het geloof.
Enkele jaartallen
553: het concilie van Constantinopel (553) stelt het dogma vast dat Maria altijd maagd was gebleven.
1854: paus Pius IX kondigt het dogma af van de onbevlekte ontvangenis van Maria. Door een uitzonderlijke genade van God zou Maria gevrijwaard zijn van de erfzonde. Maria is zonder zonde.
1950: paus Pius XII kondigt op 1 november het dogma af van de tenhemelopneming van Maria. Maria zou na haar dood met lichaam en ziel, geheel en ongedeeld, in de heerlijkheid van God zijn opgenomen. Maria zou niet aan vergankelijkheid onderhevig kunnen zijn, omdat zij haar hele leven zonder de gevolgen van de erfzonde was en in haar leven niet gezondigd had.
19de en 20ste eeuw: De specificaties van dogma’s zoals de Onbevlekte Ontvankelijkheid (de leer dat Maria zonder zonde werd ontvangen) en de Tenhemelopneming (de leer dat Maria als geheel lichaam en ziel naar de hemel werd opgenomen) werden pas in de 19de en 20ste eeuw officieel dogmatisch vastgesteld door de Rooms-Katholieke Kerk. Deze dogma’s waren niet zonder controverse en vonden niet altijd steun bij de bredere christelijke gemeenschap.
Dus, waarom Maria zo jong uitgebeeld?
We zien dus dat Michelangelo’s weergave van een zeer jonge Maria ontstaan is uit een van oorsprong heidense opvatting in de Rooms Katholieke kerk over Maria als Moeder van God en als een eeuwige, onbevlekte maagd.
Wie weet was dit toch een rebelse uiting van Michelangelo….
Plaats een reactie