
Dit zijn de hofbeambte of kamerling van Candace, de Ethiopische koningin, samen met Filippus, een discipel en evangelist van Jezus die hem laat zien wat de betekenissen zijn in het boek van Jesaja dat hij aan het bestuderen was.
De kamerling zal beslist een drukbezet man zijn geweest, iemand met veel verantwoordelijkheden, want er staat geschreven: hij beheerde al haar schatten. Toch maakte hij tijd vrij voor de aanbidding en was op weg naar Jeruzalem. Onderweg werd hij op zijn verzoek door Filippus onderwezen in de Schift en zo tot christen bekeerd. De Ethiopiër liet hij zich toen ook direct dopen. Hoe kwam dat zo?
–

Het koninkrijk strekte zich uit van de huidige Aswandam in Egypte in zuidelijke richting tot Khartoem de hoofdstad van Soedan.
Het land werd in die tijd feitelijk geregeerd door koninginnen, die allemaal de titel ‘Candace’ droegen, zoals de koningen van Egypte farao werden genoemd.
De Candace schijnen een soort voogdijschap uitgeoefend te hebben over hun zoon, die slechts in naam koning was en daarbij vooral religieuze taken te vervullen had, want hij werd als een god beschouwd.
De eigenlijke heerschappij berustte daardoor bij de moeder.
De Candace van Hand. 8 heeft waarschijnlijk geregeerd in de tijd van de Romeinse keizer Tiberius. De functie van de Ethiopiër (over wie Lucas vertelt) was die van opperschatmeester, een rentmeester, dat was een hoge post aan het hof. Hij was een eunuch, een ontmande dus, dat was gebruikelijk in die tijd.
Het was een immense reis, eentje van ruim 2500 kilometer. Voor zijn reis maakte hij gebruik van een soort tweewielige strijdwagen, getrokken door twee paarden en – omdat hij zo wendbaar was – zeer geschikt om ingezet te worden op moeilijk begaanbare terrein. Niet comfortabel om een reis van zo’n maand te ondernemen, want je kon niet veel meenemen en er in slapen zal ook nog niet meevallen.
Ethiopië was in die tijd nog niet op het Romeinse wegennet aangesloten. Een groot deel van de reis zal hij dan waarschijnlijk ook met een boot over de Nijl hebben afgelegd, maar in Israël verplaatste hij zich echter met paard en wagen, een vrij kostbaar iets in die tijd. Dit laat niet alleen zien dat de kamerling vermogend was, maar ook hoe zeer hij van God hield, om zo’n enorme reis van weken te willen ondernemen!
.
Hoe en waarom liet hij zich bekeren?
Laten we starten met het begin van deze waargebeurde geschiedenis. De kamerling (ook bekend als ‘de Ethiopische eunuch’) was op weg naar Jeruzalem gegaan om de ware God te aanbidden. Dit lezen we in het boek Handelingen in hoofdstuk 8, vers 27, ook geschreven als Hand. 8:27. Heb je zelf geen Bijbel, dan kun je deze gebruiken, anoniem, gratis, vrijblijvend en in elke taal die je maar wilt.
De kamerling moet dus wel een proseliet zijn geweest die zich indertijd tot het Jodendom had bekeerd. Vanuit Ethiopië reisde hij helemaal naar Jeruzalem om de Ware God in de tempel te kunnen aanbidden. Zo’n reis moet hem veel tijd en geld hebben gekost, maar dat had hij er kennelijk graag voor over.
Ongetwijfeld had hij over Jehovah (of Jahweh, JHWH) geleerd uit de Hebreeuwse Geschriften (Oude Testament).
–
Weet je hoe we dat weten?
Toen Filippus de eunuch onderweg tegenkwam. was hij namelijk verdiept in een boekrol met de geschriften van de profeet Jesaja en daarin komt de naam van God verschillende malen voor (Hand. 8:28). In Jesaja 42: 8 staat bijvoorbeeld:
‘Ik ben Jehovah. Dat is mijn naam. Ik geef mijn eer aan niemand anders en mijn lof niet aan beelden’.
In de ‘Herziene Statenvertaling’ staat het er zo: ‘Ik ben de HEERE – dat is Mijn Naam; Mijn eer zal Ik aan geen ander geven, evenmin Mijn lof aan de afgodsbeelden’.
In veel vertalingen staat er ‘HEERE God’, in andere vertalingen Jahweh God, of Jehovah God, afhankelijk van het plaatselijke gebruik. Oorspronkelijk staat hier het Hebreeuwse Tetragrammaton יְהוָה. In de grondtekst staat dus oorspronkelijk אֲנִי יְהוָה (Ani YHWH), dat betekent ‘Ik ben JHWH’, of ‘Ik ben Jehovah’, of ‘Ik ben Jahweh’.
JHWH is de naam van God geschreven als het zogenaamde Tertrammaton, de precieze uitspraak is helaas verloren gegaan. Maar wellicht ter vergelijking, Zijn Zoon wordt door velen Jezus genoemd, terwijl dat in Hebreeuws Yeshua en in veel verschillende landen wordt dat volgens het plaatselijk gebruik uitgesproken (Jesu, Jesus, Gesù en meer), toch allemaal wel dezelfde persoon bedoelend. Er is geen juiste of onjuiste uitspraak, wanneer dat maar met het juiste respect wordt gedaan….
–
Hoe staat dat in jouw eigen Bijbel?
–

A scroll of Isaiah, door Pete unseth, 2009
De kamerling zat de rol van Jesaja te lezen, hoe moeilijk is dat!
Op het plaatje met de kamerling kun je dat zien, hoewel deze rol wel heel erg bescheiden is, zoals wel blijkt uit bovenstaande plaatje. Het boek Jesaja bevat 66 hoofdstukken en behoort tot de grotere boeken van de Bijbel.
Een leuke anekdote:
Om iemand te helpen begrijpen hoe het was om in Bijbelse tijden (1ste eeuw) een boekrol te gebruiken (boeken bestonden toen nog niet) printten we het boek Jesaja uit nadat we eerst alle hoofdstuk- en vers-nummers hadden verwijderd. We plakten de bladzijden aan elkaar vast en bevestigden elk uiteinde aan een afzonderlijke buis.
Daarna lieten we hem proberen om precies hetzelfde te doen wat Jezus in de synagoge van Nazareth deed. Het verslag in Lukas 4:16-21 vertelt dat Jezus de boekrol van Jesaja opende en de passage vond waarnaar hij zocht (die passage was: Jesaja 61:1, 2). Toen hij dat ook eens ging proberen, bleek al gauw hoe ontzettend moeilijk het is om in zo’n lange boekrol zonder indeling van hoofdstukken en verzen een exacte schriftplaats te kunnen vinden. Hij was diep onder de indruk over de manier waarop Jezus met ogenschijnlijk gemak met zulke boekrollen wist om te gaan.
–
Terug naar de Ethiopische kamerling
De boekrol van Jesaja, dat was best stevige kost en de kamerling begreep er lang niet alles van, maar hij wilde er wel heel graag meer over weten. Hij hunkerde dus naar ware kennis en waarschijnlijk had hij hier ook in gebed om gevraagd, zoals veel mensen doen. Jij misschien ook….?
–
Onbekend maakt onbemind
Er zijn veel mensen die wel eens in de Bijbel lezen of erover horen praten, maar toch niet goed begrijpen wat het allemaal betekent. Toch zouden ze oprecht wel God (beter) willen leren kennen en willen weten wat Zijn plannen met de mens en de aarde nou eigenlijk precies zijn. Maar ook waarom Hij bijvoorbeeld zoveel kwaad en ellende laat bestaan, waarom Hij Zijn Zoon liet vermoorden, of hoe je desondanks zo’n God zou kunnen liefhebben, en misschien wel waarom je dat überhaupt zou willen doen?
We zien aan het verhaal over deze hoge, Ethiopische beambte dat God dit best begrijpt en iedereen, ook jou en mij, graag zou willen helpen. Waarom? Gods’ grootste vijand is al vele duizenden jaren in oorlog met de Almachtige God en Zijn hemelse organisatie. Deze vijand is constant bezig om mensen te misleiden, om verkeerde informatie rond te strooien, om mensen juist van God weg te leiden, net zoals hij dat al vanaf het prille begin van de mensheid deed, met onze eerste voorouders, Adam en Eva. Hij misleidde Eva en daarmee ook Adam, waardoor ook zij tegen God, hun hemelse Vader, in opstand kwamen. Dat doet hij nu dus nog steeds en hij gebruikt daartoe alle mogelijke middelen, zoals religie, mensen en valse ‘wetenschap’ door onjuist geïnterpreteerde kennis.
Aangezien de hem resterende tijd nog maar kort is, spant hij zich extra in en gaat als het ware rond als een brullende leeuw, op zoek naar prooi, zoals jij en ik en ieder ander… (1Petrus 5:8)
Daarom is het verkrijgen van de ware kennis voor veel mensen ook zo moeilijk, soms zelfs vrij onmogelijk, want Satan doet zijn uiterste best om de geest van mensen te versluieren, om de waarheid over God te verdraaien en die kennis als het ware te versleutelen. ‘De god van deze wereld heeft hun denken verblind zodat ze het licht niet kunnen zien van het glorieuze goede nieuws over de Christus’, (1Kor. 4:4). Daarom is het ook zo noodzakelijk om daarbij geholpen te worden, net als de Ethiopische hofbeambte. Ondanks al zijn kennis, zijn goede wil en al zijn inspanningen kon hij toch niet zelfstandig de werkelijke waarheid in de Bijbelse geschriften vinden, hij had daar echt hulp bij nodig.
–
Hierover bestaat nog een beroemd voorbeeld, Saulus, de latere Paulus
Wat denk je van de geschiedenis van de schriftgeleerde Saulus van Tarsus, de latere apostel Paulus? Saulus was bij het Joodse volk een vermaard schrifgeleerde met een heel grote ijver voor God. Bij de eerste eeuwse christenen was hij echter zeer berucht, want hij vervolgde hen met grote voortvarendheid.
Saulus beschouwde de Joodse christenen als godslasteraars die daarvoor overeenkomstig de Joodse wet en het Gods’ Verbond (Oude Testament) de doodstraf verdienden. Handelingen 7:58 en hoofdstuk 9:1 en verder. Saulus deed dit vanuit zijn kennis van de Heilige Schrift en zijn oprechte liefde voor de almachtige God en dat werd door Jezus gezien. In een visioen en met een tijdelijke straf van blindheid werd Saulus gedwongen om na hulp zijn geestelijke ogen te kunnen openen, de schellen die Satan de Duivel over zijn ogen had gelegd, werden op die manier verwijderd.
De o zo wijze, zeer kundige schriftgeleerde Saulus kreeg hulp van een eenvoudige discipel van Jezus, Ananias: ‘Hij (Ananias) legde zijn handen op hem en zei: ‘Saul, broeder, ik ben gestuurd door de Heer Jezus, die aan jou is verschenen op de weg hiernaartoe, zodat je weer kunt zien en vervuld wordt met heilige geest.’ Onmiddellijk viel er iets van zijn ogen wat op schubben leek, en hij kon weer zien. Hij stond op en werd gedoopt..’
De heilige Geest ontsluierde Saulus’ brein en plotseling begreep hij wat hij allemaal vanuit de Schrift had geleerd en zag hij dat Jezus werkelijk de Messias was. Hij onderkende ook meteen alle implicaties die dat met zich mee bracht en vroeg om onmiddellijk door Ananias te kunnen worden gedoopt als christen. In Lukas 10:21 lezen we wat Jezus zelf hierover zei: ‘Vader, Heer van hemel en aarde, ik loof u in het openbaar omdat u deze dingen voor wijzen en intellectuelen zorgvuldig hebt verborgen en ze aan kleine kinderen hebt onthuld. Ja, Vader, want zo hebt u het gewild.’
Zonder hulp van Gods’ heilige Geest zou dat ook bij de Ethiopiër, noch bij Saulus, noch bij heel veel anderen zijn gelukt, omdat God zelf die waarheden versluierde en ook Satan, de oorspronkelijke slang dat succesvol wist te verhinderen. Bij niemand zou dat zonder hulp kunnen lukken, omdat deze waarheden zorgvuldig zijn verborgen en het ‘zien’ en begrijpen ervan niets, maar dan ook helemaal niets met hoe slim en geleerd je bent heeft te maken, dat kan eerder een belemmering zijn. De apostel Paulus, de vroegere Saulus, schreef hierover in 2 Kor. 3:15, 16: ‘Tot nu toe ligt er steeds als Mozes wordt gelezen een sluier over hun hart. Maar als iemand zich tot Jehovah keert, wordt de sluier weggenomen’. En, want ‘er staat geschreven: ‘God heeft hun een geest van diepe slaap gegeven, ogen die niet zien en oren die niet horen, tot op de dag van vandaag.’ Rom. 11:8, een aanhaling van de woorden van Mozes, opgeschreven in Deuteronomium 29:4…..
.
Weer terug naar de Ethiopiër
De hulpvraag van de kamerling werd bij Jezus bekend en hij stuurde de Heilige Geest naar Filippus om hem te gaan helpen. Filippus ontmoette de Ethiopiër dus niet bij toeval, hij werd rechtstreeks naar deze Ethiopiër toegestuurd!!!
.
Dit zien we vaak, wanneer iemand in gebed aan de ware God vraagt om hulp om Hem te mogen leren kennen, dat die hulp ook daadwerkelijk op soms onverwachte wijze wordt aangeboden, bijvoorbeeld in de vorm van een anonieme, vrijblijvende en gratis Bijbelstudie. Bedenk dat de kamerling ook niet wist dat Filippus Gods’ antwoord op zijn prangende vragen kwam geven.
De Ethiopiër leerde van Filippus enkele belangrijke nieuwe waarheden. Hij kwam bijvoorbeeld te weten dat Jezus de beloofde Messias was (Hand. 8:34, 35) en wat dat voor alle mensen, maar ook voor hem betekende. Ongetwijfeld vond hij het schitterend om te horen dat de volmaakte Jezus als tweede ‘Adam’ ook voor hem zijn leven had geofferd aan God, opdat iedereen die hierin en in Jezus geloof stelde en daarnaar zou leven, voor eeuwig gelukkig in volmaaktheid zou kunnen leven in een aards paradijs. (Openbaring 21:4 en Psalm 37:10, 11: „Nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; en gij zult stellig acht geven op zijn plaats, en hij zal er niet zijn. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.”)
.
Hoe reageerde de eunuch?
Hij had natuurlijk gewoon kunnen blijven wat hij was, een zeer gerespecteerde Joodse proseliet met een schitterende baan. Maar door zijn nieuw verworven kennis was zijn liefde voor Jehovah en zijn Zoon Jezus, de Messias gegroeid. De schellen werden als het ware van zijn eerder ‘verblinde’ ogen weggehaald en hij kon eindelijk de ‘waarheid’ zien. Hij voelde zich gedrongen om onmiddellijk een beslissing te nemen die zijn verdere leven voorgoed zou gaan veranderen. Hij wilde zich onmiddellijk laten dopen als volgeling van Jezus de Christus (Christus is Grieks voor het Hebreeuwse Messias, wat in het Nederlands ‘Gezalfde’ betekent). Filippus zag dat hij er klaar voor was, en dus doopte hij hem en de Ethiopiër werd een christen.
.
Prachtig niet waar?
Een sprookje? Nee, werkelijk waar gebeurd, anders zou Lucas, die deze anekdote optekende er wel bij hebben gezet dat het een parabel was of iets dergelijks. Maar niets van dat alles, hij plaatste dit verhaal tussen andere werkelijk gebeurde verhalen, zoals over de bekering van Saulus, die later Paulus werd. Paulus heeft het boek Handelingen ook gelezen en wanneer dit verhaal onjuist of verzonnen zou zijn geweest, dan had hij dat beslist op de een of andere wijze bekend gemaakt. Juist omdat hij dit niet heeft gedaan, betekent dat dit echt waar gebeurt is.
Misschien bid ook jij om antwoorden, of misschien wel in het ‘Onze Vader’ dat Gods koninkrijk moge komen en Zijn wil moge geschieden in de hemel als zo ook hier op aarde? Wellicht wilt God jou graag aan de hand van Zijn Woord, de Bijbel antwoord geven en uitleggen wat Zijn Naam is en waarom deze moet worden geheiligd, wie of de boze is waartegen je beschermd en waarvan je verlost moet worden. Hij gebruikt hiervoor Zijn Woord, de Bijbel, om die reden heeft Hij dat op laten schrijven. In zijn tweede brief van Paulus aan Timotheüs staat in het derde hoofdstuk: ‘De hele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten en te corrigeren in rechtvaardigheid’ (vers 16).
.
Kijk daarom eens op deze pagina, hier vind je misschien nog heel veel meer vragen waarop Hij je via de Bijbel, de Heilige Schrift graag antwoord zou willen geven. Ook kun je vrijblijvend een gratis Bijbelstudie vragen om die schitterende waarheden uit Gods’ woord te kunnen leren ‘zien’ en ‘horen’.
.
Ook via het contactformulier kun je anoniem vragen stellen, zo snel mogelijk zal ik die dan beantwoorden.
Plaats een reactie